Waarom persoonlijke ontwikkeling zo goed werkt in een groep

“Ik wil wel graag een stap zetten in mijn persoonlijke ontwikkeling, maar ik zie zo op tegen een groep.” Ik hoor het regelmatig. Of nog steviger: “ik moet er niet aan denken om in een groep te zitten.”

Ik kan die aarzeling en zelfs die weerzin goed begrijpen. En ik ken die zelf ook. Het heeft me grote moeite gekost om in de opleidingen die ik zelf heb gevolgd werkelijk deelnemer te zijn. Als je andere mensen op de een of andere manier lastig of spannend vindt, dan is een training in groep op het eerste gezicht verre van aantrekkelijk.

Maar er zijn toch een paar goede redenen om juist wel voor een training in een groep te kiezen. Ik zet ze hier voor je op een rijtje.

1. Een groep biedt je de mogelijkheid om te herkansen

Een bakker verkoopt broden en krentenbollen. Wij verkopen herkansingen. We creëren een leerlandschap waarin je uitgenodigd of uitgedaagd wordt om iets te leren dat je tot nog toe niet, of niet voldoende kon leren. Een herkansing dus.

Voor een goede herkansing is het nodig dat je enigszins of behoorlijk in de penarie terecht komt. Penarie die je triggert en verleidt om in de oude patronen te vervallen. Precies op dat punt bevindt zich de mogelijkheid voor een herkansing. Dan kan je je niet alleen bewust worden van je triggers en patronen, maar ook ter plekke ervaren wat het van je vraagt en wat het je brengt om ter plekke te oefenen met het kiezen van een nieuwe route.

De meesten van ons komen nou eenmaal meer in de penarie met anderen. Autonoom zijn in een hutje op de hei is niet zo ingewikkeld. Een groep biedt je anderen, en daarmee meer penarie en dus meer herkansingen.

Waar loop je tegenaan?

Deel het met ons, verhelder je vraagstuk en onderzoek wat een passende vervolgstap is. Dat doen we met liefde. En kosteloos.  

2. Een groep biedt je een rijker leerlandschap 

Hoe meer ontmoetingen met anderen; hoe gevarieerder je ervaringen. Dikke kans dat je bij binnenkomst op de eerste trainingsdag wel iemand tegenkomt bij de kapstok, waarvan je direct denkt: zie je wel, ik had toch niet voor een groep moeten kiezen. Iemand die je voor geen meter vertrouwt. Iemand bij wie je je heel klein voelt. Iemand bij wie je je meteen uitgenodigd voelt tot strijd. Iemand die je veel te dominant vindt. En bij diezelfde kapstok zal je vermoedelijk ook wel iemand tegenkomen bij wie je je meteen op je gemak voelt. Iemand die je de vertrouwde ogen heeft die nodig zijn om spannende stappen te gaan zetten. Iemand in wie je je herkent. Of iemand die zoveel warmte uitstraalt dat je je in eerste instantie er geen raad mee weet. En dit allemaal nog voor je een woord hebt gewisseld.

Uit iedere ontmoeting valt iets te leren. En in iedere ontmoeting valt iets te ontdekken, te oefenen en te herkansen. Iedere ontmoeting heeft je weer nieuwe en steeds weer andere penarie te bieden. Een groep biedt je dus een veelvoud aan leerkansen.

3. Een groep zorgt ervoor dat je meteen en in het hier en nu kan experimenteren

In de trainingen bij Sporen kijken en werken we veel systemisch, o.a. met familieopstellingen en organisatieopstellingen. We kijken terug naar de ontstaansgeschiedenis van de dingen waar je in het hier en nu tegenaan loopt. Of simpeler gezegd: we kijken naar je verleden. Maar zoals Søren Kiergegaard zo mooi zei: het leven moet achterwaarts worden begrepen en voorwaarts worden geleefd.

Die systemische blik helpt je om achterwaarts te begrijpen en te ervaren. Maar dan moet er nog wel voorwaarts geleefd worden. Met alleen maar snappen waar dingen vandaan komen, schiet je op zichzelf nog niet veel op. Dat betekent dat er in onze trainingen ook een sterke hier en nu component zit. Enerzijds door opdrachten die je tussen de trainingsdagen door doet in je werkomgeving of privéleven. Maar ook tijdens de trainingsdagen. En meer hier en nu dan tijdens de trainingsdagen zelf wordt het niet.

Een training in een groep is een uitgelezen context om te oefenen met dat wat buiten nog te spannend of te lastig is. In een training is dat vaak niet minder spannend, maar de risico’s zijn wel kleiner. Er is niemand die je zal ontslaan, niemand die de relatie zal verbreken en je mag er vanuit gaan dat je groepsgenoten net zo bereid zijn om uit te zoeken wat er gebeurt in jullie ontmoeting als jij. Persoonlijke ontwikkeling in een groep is de ideale generale repetitie.

4. In een groep krijg je meer zicht op je eigen overdrachtspatronen

Daar waar je een hoeveelheid emotie ervaart die niet past bij wat de situatie in het hier en nu rechtvaardigt, is er sprake van overdracht. Je wordt te bang, te boos, te verdrietig of je zet de ander teveel op een voetstuk. Overdracht is het herhalen van oude relatiepatronen. En dat doen we voortdurend. Vaak zonder dat we het doorhebben. Het is niet de vraag óf er overdracht speelt. Het is de vraag hóé het speelt.

In een groep bij Sporen werken we altijd met twee trainers. Altijd een man en een vrouw. En of je nou wil of niet, de kans is behoorlijk groot dat je met hen iets van de overdracht met je ouders herhaalt. De ouder-kindrelatie is nou eenmaal het meest vormend voor onze overdrachtspatronen. Daar valt dus veel te oefenen en te herkansen. En veel van die patronen herhalen we later met leidinggevenden, leraren en trainers. In verticale relaties dus. Daarover lees je nog meer in de laatste alinea over lidmaatschap.

Daarnaast bieden je groepsgenoten je veel input wat betreft je overdrachtspatronen met mensen met wie je een horizontale relatie hebt. Je blijkt je bijvoorbeeld op te stellen als het buitenbeentje, of je gaat er juist boven staan en je voelt je een stuk beter, je merkt hoe lastig het voor je is om je echt open te stellen, het is een klus voor je om op eigen benen te staan, of je neemt als een spons alle verhalen van anderen op, maar je maakt te weinig ruimte voor jouw verhaal. En daar waar je collega’s op de werkvloer daar misschien hun mond over houden, ga je dat van je groepsgenoten terugkrijgen. Daar nodigen we toe uit, en we bieden je in oefeningen om je daarmee aan het werk te zetten. Soms is dat confronterend. Maar wel verhelderend en bovendien geeft het je weer een mogelijkheid om te herkansen en te oefenen met het anders te doen.

5. In een groep is er meer te ervaren, zeker voor slimmeriken

Slimme mensen zijn meestal goed in analyseren. Vaak is hun manier van leren erop gericht om het eerst tot op de komma te snappen en dan eventueel, als het echt moet, een experiment aan te gaan.  Dat is heel begrijpelijk. Denken is goed en belangrijk. En als je goed kan denken, dan valt er ook veel te halen in je hoofd. Alleen dan heb je voor een goede analyse meestal geen begeleiding nodig. Die maak je toch zelf al wel. Je leercurve wordt een stuk steiler als je de stap zet om te gaan ervaren. En ook om de volgorde om te draaien. Eerst een ervaring of een experiment en dan kijken wat daar voor jou uit te snappen valt. Leren in een groep helpt je om uit het ‘praten over’ en om uit de analyse te komen. Andere mensen zijn het beste lesmateriaal dat je kunt krijgen.

6. Een groep bied je getuigen

Getuigen intensiveren een ervaring. In positieve en in negatieve zin. Stel je een conflict tussen twee mensen voor op de werkvloer. Als dat conflict in een afgesloten kantoorruimte tussen die twee mensen plaatsvindt, dan is de ervaring voor beide partijen een stuk minder intens, dan wanneer hetzelfde conflict plaatsvindt in tijdens een vergadering met getuigen.

Ook in positieve zin intensiveren getuigen je ervaringen. Dat is een van de redenen dat we meestal trouwen in het gezelschap van vrienden en familie. En dat daar zelfs letterlijk getuigen bij zijn.

Zo werkt het ook in een training. Een groep biedt je getuigen die je leerervaringen intensiveren. De stappen die je zet ervaar je intenser. En daardoor beklijven ze ook beter.

7. Een groep leert je over lidmaatschap

Lidmaatschap heb je in je horizontale relaties. De relaties waarbij je op hiërarchisch gelijke laag zit. Je collega’s op delfde laag van de organisatie. Je geliefde. Je vrienden. Je broers en zussen. Je teamgenoten bij volleybal. En lidmaatschap heb je ook in de relaties waarbij jij hiërarchisch gezien de “kleine” bent. Niet meer of minder waard natuurlijk, maar je staat wel op een andere plek, met andere taken en verantwoordelijkheden. Je eerste kennismaking met lidmaatschap is als kind van je ouders, als kleinkind van je grootouders, als leerling tegenover de leraar. En later als medewerker tegenover je leidinggevende. Velen van ons lopen butsen en deuken op in hun lidmaatschap. En velen van ons gaan daarom lidmaatschap regelmatig uit de weg.

Het systemisch gedachtengoed leert ons dat lidmaatschap voor leiderschap gaat. Dat wil zeggen dat je veel lidmaatschap nodig hebt om goed leiderschap te kunnen vormgeven. Om de moed te hebben die een leider nodig heeft om bijvoorbeeld impopulaire beslissingen te nemen, is het belangrijk dat die leider elders lidmaatschap ervaart. Dat ‘ie ergens terecht kan. Dat er een plek is met gelijken, of een plek waar ‘ie de kleine is.

Wil je meer leiderschap tonen in je leven (of je nou formeel leider bent of niet, dan doe je er dus goed aan om te leren over lidmaatschap. En precies dat kan je vinden in een groep.

Waar loop je tegenaan?

Deel het met ons, verhelder je vraagstuk en onderzoek wat een passende vervolgstap is. Dat doen we met liefde. En kosteloos.  

Wil je ook stappen zetten in je leiderschap of persoonlijke ontwikkeling? Bekijk dan ons aanbod.

Geen blogs missen?