Hoe we ons eigen leed creëren en in stand houden – en hoe je daarmee kunt stoppen

Een glaasje bestaansrecht

Ze komt bij me in coaching omdat ze –en dit zijn haar eigen woorden- veranderd is in een verzuurd oud wijf. En zo wil ze niet zijn.

Ze heeft in haar leven een hoop leed voor haar kiezen gekregen. Ze komt uit een nest waar ze veel moest presteren en weinig waardering kreeg. Ze heeft een ernstig psychiatrisch zieke broer. Na de scheiding van de vader van haar kinderen vond ze een nieuwe grote liefde, die geheel onverwacht overleed. En voor haar huidige partner heeft ze alles opgegeven om zijn grote droom waar te maken. Ze gaf hem al haar geld om een bedrijf te kunnen starten, waarin zij nu keihard werkt. Ze laat hem uitslapen, zorgt dat ze zelf op tijd in het bedrijf is en is en verwijt hem vervolgens dat hij haar laat zitten. Ze is boos. Boos op hem. En boos op zichzelf. Ze heeft al heel jong geleerd om veel te dragen voor anderen. En nu heeft ze het gevoel niet terug te krijgen wat haar toekomt.

Ze heeft al jong leren lijden en ook nu is haar lijdensdruk groot. Ze vertelt in een stortvloed van woorden. Ze voelt zich radeloos en ze ziet geen uitweg meer vertelt ze in tranen. “Ik ben zo teleurgesteld”, zegt ze.
Ik stop haar woordenstroom en steek mijn hand naar haar uit. “Hier heb je een hand vol liefde”, zeg ik haar. “Helemaal voor jou alleen.” Ze deinst achteruit in haar stoel. “Pak het maar”, zeg ik.
Ze kijkt me verward aan en doet haar armen over elkaar. Maar mijn hand pakken doet ze niet. “Goed recept voor teleurstelling,” zeg ik haar met een vriendelijke glimlach. Ze knikt.

Iedere mogelijke oplossing die ze bedenkt leidt tot een nieuwe teleurstelling en nog meer leed. Het lijkt erop dat het lijden haar vertrouwder is dan het geluk.

Ze vertelt me over verschillende situaties waarin ze iedere keer teleurgesteld raakt. Wanneer ik haar per situatie vraag wat ze anders zou kunnen doen, komt ze steeds met een reden waarmee ze me uitlegt dat dat geen optie is. Er is veel “ja, maar.”
“Ik kan zelf uit gaan slapen, maar dan gaat het bedrijf naar de knoppen.”
“Ik kan bij mijn man weggaan, maar dan ben ik al mijn geld kwijt.”
“Ik kan mijn eigen plan trekken, maar ik ben te bang om het alleen te moeten doen.”
Iedere mogelijke oplossing die ze bedenkt leidt tot een nieuwe teleurstelling en nog meer leed. Het lijkt erop dat het lijden haar vertrouwder is dan het geluk.

Tijdens het tweede coachingsgesprek vertelt ze hoe ze haar schoonouders heeft geholpen door ze naar het ziekenhuis te brengen en mee te gaan naar de gesprekken met de artsen. Daar hadden ze niet om gevraagd, maar ze wilde dat toch graag doen. Voorafgaand aan de tweede afspraak in het ziekenhuis belt haar schoonmoeder haar op om haar te vertellen dat ze liever zonder haar naar de volgende afspraak gaan. Ze vertelt me hoe hard ze daarom heeft gehuild en hoe afgewezen ze zich heeft gevoeld.

Ik vraag haar wat zo veel dragen haar oplevert. “Bestaansrecht”, zegt ze resoluut.

Ik vraag haar op te staan uit haar stoel en op één been te gaan staan. Ze kijkt me verbaasd aan, maar doet wat ik haar vraag. Vervolgens geef ik haar alles dat er in de coachingsruimte te vinden is. Mijn zware tas met boeken en een laptop erin, een grote vaas met bloemen, mijn jas, de prullenbak. Ze pakt het allemaal aan en blijft ondertussen op een been balanceren. Ze heeft nu zo veel in haar armen dat het nauwelijks te doen is. Wonderlijk genoeg kijkt ze me aan met een stralende lach, waar ze hiervoor, toen ze vertelde over het incident met haar schoonouders, nog in tranen was. “Dit kan je goed he? Dragen voor anderen. En het lijkt zelfs alsof je er heel vrolijk van wordt”, zeg ik. “Ja, maar dit wil ik dus niet meer”, zegt ze. Maar toch blijft ze alle spullen vasthouden. Ik vraag haar wat zo veel dragen haar oplevert. “Bestaansrecht”, zegt ze resoluut.

“Stel dat ik hier bestaansrecht zou verkopen”, zeg ik. “En stel dat je het ook nog zou kunnen betalen”, zou je het dan van me kopen?” “Nee natuurlijk niet”, zegt ze. “Want ik moet het zelf vinden.”
“Oké”, zeg ik. “Stel dat je het vandaag zou vinden, wat zou je dan doen als je hier de deur uitloopt?” “Oh dan zou ik het heel anders gaan doen”, zegt ze. En ze maakt een opsomming van alles dat ze dan anders zou gaan doen in haar leven.

“En als je het niet vindt, dan zou je dat dus allemaal niet gaan doen?” vraag ik. “Nee”, zegt ze, “daar heb je wel bestaansrecht voor nodig.”
“Dus je wacht tot je bestaansrecht hebt voordat je het leven gaat leiden dat je wilt leiden?” vraag ik. “Ja”, zegt ze. “Dan hoop ik maar dat je het vindt”, zeg ik.

Ik pak de kan water die er op het bijzettafeltje tussen ons in staat. “Ik heb heel goed nieuws voor je”, zeg ik. “Hier zit bestaansrecht in”. Ze kijkt me met grote ogen aan, schud haar hoofd en ze lacht. Gewichtig schenk ik het glas vol. “Je hebt het gevonden”, zeg ik. “Als je dit opdrinkt, heb je bestaansrecht.” Ik houd haar het glas voor. Ze lacht en kijkt naar het glas water. Na enige aarzeling pakt ze het van me aan en houdt het vast.

Bestaansrecht is ook bestaansplicht. De plicht om iets van het leven te maken.

“Maar pas op”, zeg ik. “Denk goed na voordat je het opdrinkt. Want bestaansrecht, brengt ook de nodige plichten met zich mee. Bestaansrecht is ook bestaansplicht. De plicht om iets van het leven te maken. De plicht om te stoppen met het dragen voor anderen wat niet van jou is. En daarmee ook de plicht om te gaan dragen wat wel van jou is.”
Ze knikt, kijkt nog eens goed naar het glas en drinkt het dan langzaam leeg. “Gefeliciteerd”, zeg ik. “Nu heb je bestaansrecht.” Twee vrolijke en tegelijk twijfelende ogen kijken me aan.
“Ik ben heel benieuwd wat je ermee gaat doen”, zeg ik. “En dat hoor ik graag van je tijdens onze volgende afspraak.”

Soms zijn we meesters in het in stand houden van ons eigen lijden. En wat ken ik dat zelf ook goed. Ook ik kan een expert zijn in het creëren van mijn eigen teleurstellingen. Ik werk bijvoorbeeld heel hard. Vaak veel harder dan goed voor me is. En naast het harde werken is er ook nog een gezin met twee kleine kinderen om voor te zorgen. Rust nemen komt in mijn vocabulaire nauwelijks voor.
Ik klaag bij mijn man dat ik het zo druk heb, dat ik zo moe ben, dat ik niet lekker in mijn lijf zit en dat ik nauwelijks tijd heb voor mezelf. Liefdevol geeft hij aan dat hij de volgende dag wel op pad kan gaan met de kinderen, zodat ik lekker kan gaan sporten. Verongelijkt en met tranen in mijn ogen vraag ik hem vervolgens of hij me soms te dik vindt. En ik vertel hem dat ik in het weekend niet ook nog eens de kinderen wil missen.

Welke route hij ook kiest, het leidt tot teleurstelling aan mijn kant. Diep van binnen voel ik me klaarblijkelijk soms comfortabeler bij mijn eigen leed, dan bij mijn eigen geluk. En in dit geval comfortabeler bij uitgeput zijn, dan bij uitgerust zijn.Vaak is het leed dat je vertrouwd is, leed dat je goed kent uit je geschiedenis. In het gezin waar ik in opgroeide waren we er allemaal nogal goed in om heel hard te werken, veel te investeren in presteren en weinig rust te nemen. Dat heeft ons geen windeieren gelegd, maar het kost ook een hoop. Dat is wat ik ken, dus dat is wat veilig voelt. Het leed dat je kent is voorspelbaar. Dan weet je tenminste wat je krijgt.

We houden ons eigen lijden in stand door er bijvoorbeeld allerlei “als-dan constructies” omheen te bedenken. We bedenken dat er eerst iets anders nodig is voordat we het leven gaan leiden dat we willen leiden.
En wat ken ik dat zelf ook goed. Pas als hij harder gaat werken, dan kan ik minder hard gaan werken. Pas als we buiten de stad gaan wonen, in een prachtige woonboerderij, dan krijg ik innerlijke rust. En hoogzwanger tijdens mijn laatste zwangerschapsverlof dacht ik zelfs: pas als de muren een andere kleur hebben, dan kan ik tot rust komen thuis.

Ik wil natuurlijk niet beweren dat er geen werkelijk lijden bestaat. Of dat je daar altijd volledig invloed op hebt. Er gebeuren met enige regelmaat vreselijke dingen in een mensenleven, waar we niks aan kunnen doen. Het enige waar we wel invloed op kunnen hebben is de manier waarop we daar antwoord op geven.Dus als je herkent dat je soms in “als-dan constructies” denkt. Dan kan het interessant zijn om het eens om te draaien.

Zoals deze vrouw, die ik overigens lang niet zo’n verzuurd oud wijf vind als zij zelf. Stel ze zou nu al beginnen met te gaan leven zoals ze ten diepste wil. Wie weet geeft dat haar dan wel het bestaansrecht waar je ze naar zocht. En zo niet, dan wordt het leven er in ieder geval een stuk leuker van.

Alle blogs/artikelen zijn geplaatst met toestemming van de hoofdpersoon. 

Waar loop je tegenaan?

Deel het met ons, verhelder je vraagstuk en onderzoek wat een passende vervolgstap is. Dat doen we met liefde. En kosteloos.  

Wil je ook stappen zetten in je leiderschap of persoonlijke ontwikkeling? Bekijk dan ons aanbod.

Geen blogs missen?