Hij was een van de eindverantwoordelijken in een grote corporate. Op het moment dat hij zich meldt voor een intakegesprek is de nood hoog. Hij is zijn baan kwijtgeraakt. “Een mes in mijn rug”, zegt hij daar zelf over. Na de nodige boosheid vertrouwt hij me voorzichtig toe dat hij ook wel behoorlijk geschrokken is van zijn ontslag.
Het is niet de eerste keer dat hij rondloopt met een mes in zijn rug. Gesneuvelde vriendschappen, een vechtscheiding en het verbroken contact met zijn zoon. Zijn leven is een aaneenschakeling van momenten waarop hij zich verraden voelt, definitief afscheid neemt, nooit meer achteromkijkt en alleen verder trekt.
Op de eerste dag van de Masterclass Persoonlijk Leiderschap komt hij binnen. Een aantrekkelijke man om te zien en niet bang om me met zijn pretogen langdurig aan te kijken. Er komt een bak vriendelijke charme mijn kant op. Alleen de zweetplekken onder zijn armen laten me zien dat hij mogelijk niet zo ontspannen is als hij er in eerste instantie uitziet.
Naar mijn mannelijke collega trainer kijkt hij heel anders. Eerder argwanend en bij momenten wat meewarig. Hij knijpt af en toe zijn ogen wat samen en volgt nauwgezet iedere beweging die hij maakt.
Aan moed ontbreekt het hem niet. We werken die ochtend met polariteiten, schijnbare tegenstellingen. Hij vertelt hoe hij de polariteit samen en alleen goed kent en hoe hij niet beter weet dan dat hij het alleen doet.
Als ik hem vraag of hij een stap wil zetten, staat hij meteen op en zegt: “Uiteraard, daar kom ik hier voor.”
Hij vertelt hoe verraden hij zich als jongetje heeft gevoeld. Hoe hij na de scheiding van zijn ouders de man in huis werd. Hoe hij neer is gaan kijken op zijn vader, die wanneer die hem en zijn zusje terugbracht naar hun moeder en haar nieuwe partner, steeds weer de hele autorit huilde. En hoe hij al heel jong besloot om het alleen te doen en niemand meer te vertrouwen.
“Ik wil je een beeld laten zien”, zeg ik. Ik vraag hem om uit de groep representanten te kiezen voor zijn vader en zijn moeder. En voor de nieuwe partner van zijn moeder; de verrader in zijn ogen. Ik vraag hem een plek te kiezen ten opzichte van dit drietal. Hij gaat er resoluut met zijn rug naar toe staan en staart door de glazen pui de verte in over de weilanden.
Ik aarzel over een vervolg. Iemand die zich zo verraden voelt door het nest waar hij opgroeide vertellen welke stap hij zou moeten zetten is niet zo kansrijk. Het oudersysteem was zo onbetrouwbaar, dat de kans dat hij daar van mij iets over aanneemt niet zo groot is. “Geen poging doen tot heropvoeden”, leerde ik daarover van mijn leermeester Morten Hjort.
Ik pak mijn telefoon en zet een liedje van Maaike Ouboter op. Zandbak heet het. Voordat ik op play druk twijfel ik nog even of hij het niet te zoet zal vinden. Maar ik veronderstel dat hij het wel kan waarderen dat ik daar risico in durf te lopen. “Ik heb iets voor je”, zeg ik. “Ik denk dat dit liedje voor jou is geschreven.”
Maaike begint te zingen.
Je wist precies hoe je je voor ging stellen
Lekker nonchalant
Je handen losjes in je zakken
Sterk verhaal achter de hand
En je principes op je borst geschreven
Lang leve de vrijheid
Met je wijsheid in pacht
Lach je al je angsten uit de nacht
Maar je ogen vragen om door je woorden heen te luisteren
En je schreeuwt met je gitaar al je gedachtes uit je lijf
En dan hoop je zo
Dat iemand aan je vraagt
Kom je naar huis, lieve jongen?
Ik heb je zandbak zo gelaten als ‘ie was
Dan kun je zelf je dromen bouwen
En niemand die d’r op gaat staan
En je hebt het al zo goed gedaan
Wil je ook stappen zetten in je leiderschap of persoonlijke ontwikkeling? Bekijk dan ons aanbod.
Vanuit het staren in de verte over de weilanden richt zijn blik zich langzaam naar de grond. “Draai je eens om”, zeg ik. Langzaam komt zijn grote lijf in beweging en draait hij zich naar de drie mensen die zijn vader, zijn moeder en de nieuwe partner van zijn moeder representeren. Hij kijkt langdurig naar ze, zucht zo nu en dan en schudt af en toe zijn hoofd.
Het liedje is afgelopen. “Wat had je hier zo graag willen doen?”, vraag ik. “Ik had het willen fixen”, zegt hij met een strak gezicht.
“Dat is wel een onmogelijke klus voor een klein jongetje”, zeg ik. Hij knikt. “Toen ben ik maar vertrokken”, zegt hij.
Veel leiders leerden, om uiteenlopende redenen, al jong om op eigen benen te staan. Leiderschap, waarbij zij de positie van de grote hebben, gaat ze doorgaans makkelijk af. Vaak moesten ze al jong een grote broek aantrekken.
De eenzaamheid die er met leiderschap gepaard gaat is ze meer dan vertrouwd. Ze gaan risico’s niet uit de weg. En ze zijn niet bang voor een crisis. Of ze voelen zich zelfs comfortabeler in een crisissituatie dan wanneer het kabbelt.
Lidmaatschap, waarbij je in een verticale relatie de ‘kleine’ bent, of in een horizontale relatie hiërarchisch gezien de gelijke, gaat ze meestal minder goed af.
De eerste lidmaatschapservaringen doen we op als kind van onze ouders en als broer of zus. Lidmaatschap vraagt van je dat je je kan toevertrouwen. Dat je durft uit te reiken, om steun kan vragen en dat je kan aannemen van een ander. Dat vraagt een ander soort kwetsbaarheid van je dan het leiderschap.
Goed onderhouden lidmaatschap is een voorwaarde om zuiver en goed gevoed een leiderschapspositie vorm te kunnen geven. Heel veel leiders die ik ontmoet -en zeker de eindbazen-, hebben meer te leren over lidmaatschap dan over leiderschap.
Leiderschap gaat over de innerlijke beweging van uit huis gaan. Je eigen pad gaan. Kleur bekennen. Op eigen benen staan. Lidmaatschap gaat over de innerlijke beweging van terugkeren naar huis. Je opnieuw verbinden met waar je vandaan komt. Je toevertrouwen. Om van daaruit weer uit huis te kunnen gaan.
Het vermogen om zowel terug te kunnen keren als uit huis te kunnen gaan en de kunst om die bewegingen keer op keer opnieuw te kunnen maken vanbinnen, is een belangrijke fundering onder je persoonlijk leiderschap.
Ik besluit het voorlopig even hierbij te laten. Dat hij zich om heeft kunnen draaien en achterom heeft kunnen kijken, lijkt me voor deze eerste dag wel overwinning genoeg. “Nog éen vraag”, zegt hij. “Van wie is dat liedje? Tering hé, dat ging wel over mij.”
Ik neem afscheid van hem na de eerste twee dagen. “Behoorlijk intens dit”, zegt hij met een charmante glimlach.
In het tweede blok geeft Robin van Soolingen een boksclinic. Bij de start loopt hij bij iedere deelnemer langs en geeft ze een aangekondigde duw, om te testen of ze stevig in hun bokshouding staan. En geeft hij feedback op de eerste instinctieve reactie van het lichaam daarop.
Wanneer hij bij de man staat en hem een duwtje geeft, is onmiddellijk zichtbaar hoe enorm hij op zijn hoede is. Met ogen in zijn achterhoofd houdt hij Robin in de gaten. En die ontvangt vervolgens een uitdagende blik met twinkelende pretogen, waarna zijn lijf meteen strak op spanning staat. Na de duw antwoordt zijn lijf vanuit een onmiddellijke neiging tot strijd. “George Clooney meets the predator”, constateert Robin met een vrolijke grijns.
“Hoeveel groter maak je je dan nodig is?”, vraagt Robin hem even later na een rondje sparren.
Hij klemt zijn kaken op elkaar. “Veel, denk ik”, zegt hij.
Na nog een rondje sparren vraagt Robin hem: “Wat is het met jou en dichtbij komen?”
Hij antwoordt met een gespannen stilte. Robin vraagt hem: “Wat is het ergste dat er kan gebeuren?”
“Dat het me raakt”, zegt hij.
“Dat je een mep krijgt, of dat je wordt gekoesterd?”
Hij lacht met een zucht.
“Je voorkomt intimiteit en steun”, zegt Robin tegen hem.
Hij ontdekt al boksend de parallellen met de vele ervaringen die hij heeft met definitieve breuken, vertrekken en nooit meer terugkeren en de opeenstapeling van verraad in zijn leven. Hij leert te zien hoe verraden worden hem vertrouwder is dan geliefd zijn. En hoe hij liever iets kapot maakt, dan te voelen hoeveel een ander voor hem heeft betekend en hoe pijnlijk rouw kan zijn.
Kort na de start van de vijfde trainingsdag neemt hij het woord. Hij vertelt dat hij zijn moeder heeft opgezocht en haar heeft verteld over zijn ervaringen tijdens de eerdere trainingsdagen. Zijn stem is wiebelig. Zo klonk hij nog niet eerder. “Wat heeft het je opgeleverd?”, vraagt mijn collega Freek. Een vraag over het resultaat van een nieuwe stap is voor een man met zijn construct kansrijker, dan een vraag over de beleving. “Dat ik dit veel vaker moet doen”, zegt hij. Dan is hij even stil en zucht: “Ik krijg mijn zachtheid terug.”
Naarmate het traject vordert leert hij steeds meer over lidmaatschap. Het valt me op dat zelfs zijn stoel nu echt in de cirkel die de kring vormt staat, in plaats van een centimeter of twintig daarbuiten.
Hij smeert ‘m niet meer meteen nadat hij zijn bord leeg heeft bij de lunch. Maar hij blijft aan tafel zitten om in gesprek te zijn met zijn groepsgenoten. Hij neemt steeds meer tijd voor het afscheid aan het einde van de dag. En hij laat regelmatig zijn ontroering zichtbaar worden, wanneer we met een andere deelnemer werken.
Hij maakt tijdens een oefening een wandeling met een andere deelnemer. Zijn ogen zijn groot als ze terugkomen. “We zagen een regenboog!”, zegt hij. Ik ben geraakt door zijn enthousiasme. En ik kijk even in de ogen van een jongetje, dat vermoedelijk al heel jong niet meer thuis kwam vertellen wat hij voor moois had meegemaakt. “Gaaf!”, zeg ik. Kleine betekenisvolle herkansingen. Iets leren dat je ooit niet, of niet voldoende kon leren. Dat is waar dit werk voor mij over gaat.
Wil je ook stappen zetten in je leiderschap of persoonlijke ontwikkeling? Bekijk dan ons aanbod.
Voor de middag van de laatste dag vragen we de deelnemers om een ritueel te bedenken en vorm te geven dat recht doet aan hun leerlijn binnen deze Masterclass. En om in hun ritueel nog een voor hen betekenisvolle stap te zetten. Sommige deelnemers schieten eerst een beetje in de stress als we ze die opdracht geven. Maar het levert altijd weer een verrassende middag op, waarin iedere deelnemer vanuit volle eigenheid zijn of haar leerervaringen verankert.
Hij wil graag als eerste. Hij buigt naar voren op zijn stoel. “Ik kwam hier voor mezelf”, zegt hij. “En ik zag er niet perse het voordeel van in dat dit een traject in een groep was”, zegt hij. “Maar ik ga jullie echt allemaal missen.” Een onhandig snikgeluid ontsnapt uit zijn mond. “Zoals jullie ondertussen wel weten ben ik niet zo goed in afscheid”, zegt hij. “Maar dat wil ik vandaag anders doen.” Hij vraagt ons in een kring om hem heen te gaan staan. Vervolgens of hij van iedereen nog een keer een knuffel mag. “Wil jij een nummer voor me opzetten?” vraagt hij me. “Ik heb het net naar je geappt.” Ik pak mijn telefoon erbij en ik zie dat hij me een link naar Erbarme Dich uit de Matthäus Passion heeft gestuurd. “Wil je die aanzetten?” vraagt hij. Ik ben te verbaasd en te geraakt tegelijk om iets terug te zeggen en ik druk op play.
Ik kijk naar hem terwijl hij een voor een zijn groepsgenoten omhelst. En ik ben weer even thuis. Bij het kastje waar de televisie in stond en daaronder de cd-speler. Bij hoe mijn vader met een koptelefoon op en het volume op 10 voor de cd speler op de grond naar de Matthäus Passion luisterde en daar diep door ontroerd was. Op de televisie daarboven keken wij ondertussen naar Sesamstraat.
“Je hebt jezelf thuisgebracht”, zeg ik hem bij het afscheid. “En mij vanmiddag ook.”
*Alle blogs zijn geplaatst met toestemming van de deelnemer/cliënt in kwestie.
*Portret door Rogier Willems